Missies
Decretaal moet de RTC-werking gericht zijn op volgende doelstellingen:
- het realiseren van synergieën tussen onderwijsinstellingen en bedrijven;
- de optimale doorstroming van leerlingen naar het bedrijfsleven;
- de opwaardering van het technisch- en beroepsonderwijs.
De domeinen waarop van het RTC concrete initiatieven verwacht worden, werden als volgt
omschreven:
1ste de onderlinge afstemming tussen onderwijsinstellingen en bedrijven van de vraag naar en het aanbod van infrastructuur, apparatuur en uitrusting voor technisch en beroepsonderwijs die een pedagogisch-didactische rol kunnen vervullen, inzonderheid door de ontwikkeling of ondersteuning van (een) infrastructurele inbedding(en), en 2de de onderlinge afstemming tussen onderwijsinstellingen en bedrijven van de vraag naar het aanbod van leerlingen- en cursistenstages, en/of 3de het faciliteren of coördineren van nascholing op het vlak van nieuwe technologieën, en/of 4de de creatie van een platform waarbinnen onderwijsinstellingen en bedrijven kennis en ervaring kunnen uitwisselen.
Het is – vanuit deze bijzonder brede omschrijving van de RTC-doelstellingen en verwachte initiatieven
– dan ook mogelijk om vrij substantieel verschillende werkingsmodellen (strategische plannen) uit te tekenen.
Er kunnen dan ook 2 basistypes van een werkingsmodel voor een RTC onderscheiden worden 2.1. Model 1: Focus op vaktechnische technologieoverdracht.
Dit model vertrekt voornamelijk van de realisatie van het eerste decretaal vermeldt initiatief:
onderwijsinstellingen zoeken in bedrijven geavanceerde infrastructuren en apparatuur die toelaten op een betaalbare manier hun lessen op de basisuitrusting in de school, zelf aan te vullen met hoogtechnologisch leerinhouden en aan te leren competenties.
Het ultieme en belangrijkste doel is de ter beschikkingstelling van technologische infrastructuur. Met een boutade zou je kunnen stellen: “niet het bedrijf maar haar apparatuur interesseert de school”.
Het model vertrekt van een drietal - initieel arbeidsmarktgerichte - domeinen en poogt strikt binnen deze domeinen technologische optimalisatie van de opleidingstrajecten na te streven.
Het model is relatief makkelijk in te schuiven in het bestaande schoolmodel: alleen de fysische (leer)plaats en de apparatuur zijn de toegevoegde elementen in het leertraject t.a.v. de klassieke leersetting.
Het model is vrij statisch, eerder beperkt en qua ambitie op vooral beheersing gericht. Het brengt de jongeren in contact met de technologie, maar niet noodzakelijk met de bedrijfsrealiteit (achterliggende processen t.a.v. de productieprocessen). De industrie wordt benut voor de technologische
performantere leertrajecten. (Win voor de industrie is minder duidelijk). Nascholing van leerkrachten is weliswaar opgenomen in de doelstellingen, maar wordt de facto eerder zwak gerealiseerd. Door de verandering van opleidingsplaats en apparatuur kan de opleiding wat “funny-er” gemaakt worden (afwisseling, diepgang).
In dit model blijft onderwijs vrij losstaand evolueren t.a.v. bredere technologische en arbeidsorganisatorische aspecten en veranderingen; we zouden kunnen spreken van en vrij klassiek onderwijsmodel met een technologisch-industrieel hulpmiddel.
Al bij al blijft dit een eerder statisch model. Binnen de uitgekozen subdomeinen worden weliswaar de technologische evoluties opgepikt, maar impulsen vanuit andere domeinen of andere facetten van de arbeidsorganisatie en arbeidsmarkt dreigen niet of minder opgepikt te worden, temeer daar de intekening op projecten verdwenen is als beleidsinstrument voor dergelijke differentiatie.
2.2. Model 2: Confrontatie met brede technologische en arbeidsmarktmatige evoluties.
Niet alleen de vaktechnische, maar ook (en vooral) breedtechnologische en arbeidsmatige evoluties
zijn hier de ‘drives’Naast nieuwe technologieën is er ook aandacht voor arbeidsorganisatorische aspecten (samenwerken in de ondernemingsomgeving, research, marketing, logistiek,…). De aandacht verschuift wat van
Contact
Bron: Organisatie
Provincieplein 1
Leuven - Kessel-Lo 3010
België
Officiële Oorsprong
1 Provincieplein
Leuven 3010
België